Straathoekwerk
met thuislozen
Bel ons
Oog in spiegel
Foto van Mathieu Stern op Unsplash

Een beleving van sociale kwetsbaarheid

Een blik op drie Housing First-begeleidingen met geestelijke gezondheid en verslavingsproblematieken

Lijden als gevolg van een mentale gezondheidsproblematiek, in combinatie met drugsgebruik, is een voortdurende uitdaging voor de Housing First-ondersteuningsteams. De personen in ons project genieten wel van de bescherming van een woning en van een intensieve sociale begeleiding. Echter, de combinatie van drugsgebruik en mentale gezondheidsproblemen, en de moeilijkheid om instanties te vinden die adequate zorg bieden, maakt onze taak er niet gemakkelijker op. 

De houding van de sociale begeleider bij Halte Thuis

Onze ervaring heeft ons geleerd dat deze problematieken met grote omzichtigheid moeten worden behandeld en dat elk waardeoordeel moet worden vermeden. De psychosociale begeleiders van Halte Thuis zijn weliswaar geen specialisten in deze problematieken, maar ze beschikken wel over een solide terreinervaring en kunnen steunen op de ethische en methodologische richtlijnen van de Housing First-ondersteuningsaanpak, met als doel  om samen met de begeleide doelgroep stappen te zetten op de lange en moeizame weg naar herstel

Het eerste opvallende element is de blijvende alomtegenwoordigheid van psychotrope drugs. De meeste mensen die door Halte Thuis worden opgevolgd, nemen hun toevlucht tot verschillende drugs om hun frustraties (emotioneel, sociaal, materieel, enz.) weg te nemen, om oude wonden te helen, soms om hun psychiatrische symptomen te behandelen (alomtegenwoordige stemmen, zware depressies) of gewoonweg om hun leven zin te geven. Vandaar de moeilijkheid voor de werkers om opnieuw een plaats te geven aan het verlangen en aan perspectieven op langere termijn, waarvan de gevolgen minder ogenblikkelijk  zijn dan het onmiddellijke effect van een product. Een andere belemmering voor verandering is de moeilijkheid voor mensen die lijden aan psychische stoornissen en/of drugsverslaving om hun vermogen tot verandering te ontdekken. Deze bewustwording vereist langdurige gesprekken tussen de begeleider en de begeleide persoon, die verschillende maanden of zelfs jaren kunnen duren, zodoende de persoon te ontlasten, zijn behoeften te verwoorden, zijn vaardigheden te benadrukken en  te onderhandelen over de uitvoering van een actieplan. 

Wij kiezen ervoor ons aan te passen aan het tempo van de persoon, serieus te nemen wat hij of zij uitdrukt, ook al zijn wij het er niet mee eens. Om de mogelijkheden tot verandering te openen, moet de hulpverlener de houding van deskundige, van degene die het weet, opgeven en zich ten dienste stellen van de lijdende huurder. Deze houding, die in het maatschappelijk werk gedefinieerd wordt als de ontwikkeling van de handelingsbekwaamheid, is gericht op het concept van herstel en impliceert richtlijnen waaraan de werkers zich moeten houden: transparantie in de begeleiding, vrije keuze van de begeleide persoon, werk op basis van uitwisseling, rekening houden met de ervaring en de expertise van de gebruiker, weigering van kant-en-klare oplossingen of van oplossingen die door de moraal worden opgelegd, horizontaliteit van de relatie, enz. Dit lange proces heeft alleen kans van slagen als het de volledige steun heeft van degene die wordt ondersteund. Dit belet de maatschappelijk werker niet om zijn indrukken te delen, zijn mening te geven of het oneens te zijn om de discussie te verrijken.

De stem horen van mensen met multi-problematieken

Een getuigenis hiervan is Alex, een consument die in voortdurende ontkenning is en aan  bewezen psychische stoornissen lijdt. Na een zeer moeilijke rouw en twee jaar discussies met zijn begeleiders, besloot hij uiteindelijk zelf om zich te laten opnemen in het ziekenhuis. Het proces was lang en vol valkuilen. Tijdens zijn vorige ziekenhuisopnames vluchtte hij reeds na een paar dagen . Het team van Halte Thuis liet het er niet bij zitten en zette de besprekingen en gesprekken voort, zonder hem koste wat het kost een oplossing te willen opdringen, ondanks de gerechtvaardigde bezorgdheid over zijn psychologische toestand. Uiteindelijk slaagde hij erin opgenomen te worden in een instelling  dat bij hem paste, waar hij zijn wonden enigszins kon helen. De vertrouwensband met Halte Thuis is hierdoor versterkt. Het werk kan doorgaan, op zijn eigen tempo. Ondanks deze kleine overwinning stellen wij echter vast dat er nog steeds diepgewortelde hindernissen zijn in onze samenleving. Andere instellingen, met name bepaalde ziekenhuizen, hebben een andere aanpak dan de onze. Toen Alex voor de eerste keer naar het psychiatrisch ziekenhuis ging, sprak de dokter hem gedurende het hele gesprek niet aan, maar gaf hij er de voorkeur aan om met de begeleider van Halte Thuis te praten. Vandaag nog worden  mensen die drugs gebruiken en geestelijke gezondheidsproblemen hebben, met de vinger gewezen en beschouwd als onzichtbare mensen. Dit is ook waar ons team tegen strijdt. 

Schizofrenie (h)erkennen

Judith lijdt aan schizofrenie en depressie. Wanneer zij voor het eerst een lid van het team ontmoet, vindt zij niets zinvols meer en is ze niet in staat om hulp te vragen. Kort daarvoor, probeerde ze zelfs zelfmoord te plegen. Vandaag voelt Judith zich gehoord en erkend. Ze aarzelt niet meer om te bellen als er iets mis is. Ze herkent de waarschuwingssignalen van haar crises en deelt ze met ons. Het heeft een jaar geduurd, waarin de begeleiders verschillende keren per maand proberen haar andere wegen te doen inzien, maar waarbij ze haar steeds als een volwaardige gesprekspartner beschouwen, die in staat is beslissingen over haar leven te nemen. Kortom, waardigheid in zijn eenvoudigste vorm. 

We (h)erkennen haar mentale problemen, wat ze ziet, wat ze hoort, zonder het te minimaliseren of te dramatiseren. Dit dialoog getuigt hiervan:  

Judith: - Denk je dat het normaal is dat men ons  op TV ziet? 

Ik: - Als de TV je angstig maakt, moeten we hem uitzetten, neen? 

Een ander moment: Judith mompelt tussen haar tanden. 

Ik: - Word je nog steeds beledigd? (alleen zij en ik zijn in de kamer) 

Judith: - Ja, het houdt niet op. 

Ik: - Bon. Je kunt ze (de stemmen) van mij zeggen dat ze je met rust moeten laten. We moeten belangrijke dingen voor jou in orde brengen. Dat ze maar even weggaan zodat wij bij jou kunnen zijn. 

Het kan verrassen, maar het is rustgevend. Echter blijft het een evenwichtsoefening tot op het moment waarin de persoon in tranen uitbarst en je kunt zeggen:

 - Weet je, ik begrijp niet wat je doormaakt, ik zie alleen hoeveel je lijdt. Er zijn maar weinig mensen die dit allemaal kunnen begrijpen, maar ik ken iets. Het noemt 'le réseau des entendeurs de voix'. Wil je dat we er samen naartoe gaan? Ik zal niet blijven, tenzij je het vraagt, maar ze zullen je beter begrijpen. 

 

Wat kan helpen is om geen positie in te nemen in de  tegenstelling tussen wat werkelijkheid en verbeelding is, maar veeleer de wereld van de persoon te doorgronden om te trachten een brug te vinden tussen de twee overlappende werkelijkheden. In het algemeen proberen wij wegen te openen die een dynamiek van verlangen en genot op gang kunnen brengen. Wij helpen Judith bij de keuze van haar meubelen, moedigen haar aan haar tanden te verzorgen, zoeken een flat die beter bij haar behoeften past, bezoeken haar tijdens haar frequente opnames in het ziekenhuis, organiseren haar neuroleptische injectie in een medisch centrum in de buurt van haar huis, organiseren een consultatie bij een psycholoog op haar verzoek, enz. Zoveel kleine dingen die zij heeft besloten, die wij hebben helpen verwezenlijken, en zoveel kleine successen die tot andere zullen leiden. 

Geblokkeerde toegang tot psychiatrische zorg

Marleen's verhaal is er één van leven op straat en drugsgebruik. Ondersteund door een ambulante dienst die gespecialiseerd is in drugsverslaving ondergaat zij een methadonbehandeling maar blijft ze zwaar cocaïne en benzodiazepinen gebruiken. Die therapeutische behandeling, het verkrijgen van huisvesting via het programma Housing First en de intensieve steun die zij ontvangt, hebben haar uit een vicieuze cirkel van zelfdestructie gehaald. Hoewel zij nog steeds cocaïne gebruikt, heeft zij een evenwicht bereikt waarbij zij haar gebruik onder controle heeft, zowel om haar gezondheid te behouden,haar uitgaven te beperken als om minder van bepaalde "medegebruikers" te zien. 

Wat ze wil is een behandeling voor haar depressie, wat de psychiatrische ziekenhuizen weigeren te doen. Telkens wordt de schuld gelegd bij het symptoom: drugsgebruik. Ze onderneemt talrijke verblijven in het ziekenhuis, die steeds worden stopgezet omwille van de rigide institutionele logica van deze instellingen. Niet alleen is de ontvangst die zij krijgt een patiënt onwaardig  (kleinerende opmerkingen, minachting, enz.), maar ook is het probleem volgens de verzorgers niet datgene waarover zij klaagt (depressie), maar datgene waarover de deskundige, de almachtige psychiater, zal beslissen (drugs). 

Als Housing First medewerkers, die het gewoon zijn rekening te houden met de mening van de mensen die we begeleiden, worden we geconfronteerd met moralistisch denken, doordrenkt van waardeoordelen, dat de lijdende drugsgebruiker volledig in diskrediet brengt. Bij Halte Thuis doen wij er alles aan om het gevoel van de persoon te verzachten dat er geen rekening met hem wordt gehouden, dat hij naar de zijlijn wordt verwezen en dat hij de enige verantwoordelijke is voor zijn malaise. Wij praten over de producten, geven onze mening, stellen zo nodig consumptiemateriaal ter beschikking en wonen soms bij de betrokkene thuis consumptiescènes bij, zonder er aanstoot aan te nemen. Wij doen echter ons uiterste best om dit gedrag in zijn context te plaatsen, door te trachten de betekenis die de persoon eraan geeft, de functie ervan, naar voren te brengen en tegelijk wegen te openen zodat het product niet de enige bron van genot blijft. 

Natuurlijk begeleiden wij mensen ook naar geheelonthouding, als zij daarvoor kiezen, maar het is duidelijk dat deze doelstelling voor velen niet meer betekent dan zich te conformeren aan een zeer normatief ideaal, om niet te worden uitgesloten.

Als Marleen te depressief is om haar medicijnen te halen, zorgen wij ervoor dat haar voorschrift tot bij de apotheek komt. We onderhandelen met haar ambulante dienst  om dit soort redelijke aanpassingen te krijgen. Op haar verzoek hebben wij haar in contact gebracht met de dienst Affiliatie, waarvan de leden met haar zullen samenwerken om welzijnsstrategieën te ontwikkelen (activiteiten, sociale banden, enz.) zonder deze afhankelijk te maken van de voorwaarde dat zij stopt met gebruiken. 

De weg naar waardigheid

De levenskeuzes van mensen respecteren, ook al lijken ze ons verkeerd, ook al vinden we ze soms ondraaglijk, gaat er uiteindelijk om waardigheid te geven aan hen die daarvan beroofd zijn. Al deze interventies roepen uiteraard veel vragen op. 

De plaats van de maatschappelijk werker, soms zeer hecht qua relatie, is niet zonder risico. De nauwe band tussen de begeleider en de begeleide persoon vervangt vaak afwezige familie en vrienden en is soms de enige sociale band van de betrokkene. Om de zwaar betrokken werker te ontlasten en de huurder te beschermen tegen een ondersteuningssysteem dat op den duur eenrichtingsverkeer zou kunnen worden, trachten wij steeds verschillende werknemers in eenzelfde situatie te betrekken, zodat de complementariteit van de werknemers ten volle wordt benut. 

Wij zijn ons er immers van bewust dat objectiviteit niet bestaat en dat onze eigen verlangens voor de ander van tijd tot tijd in ons handelen tot uiting kunnen komen. Een andere te vermijden valkuil is natuurlijk de neiging van de maatschappelijk werker om oplossingen te willen vinden, zowel uit een verlangen naar narcistische erkenning als uit beroepsvervorming. Het risico bestaat dat men "sneller gaat dan de huurder", vanwege het gevoel van frustratie "omdat er niets vooruit gaat". Sommige situaties vragen echter niet noodzakelijk om praktische oplossingen, maar veeleer om lange discussies, uitwisselingen, de uitdrukking van erkenning en begrip voor het lijden van de persoon. Ons ondersteuningswerk wordt gekenmerkt door vallen en opstaan, experimenteren en onderhandelen. De "juiste interventie" is niet in steen gebeiteld, maar wordt elke dag samen met de betrokkenen opgebouwd.