Straathoekwerk
met thuislozen
Bel ons

Het verkennend straathoekwerk

Nieuwe publieken, nieuwe plaatsen en nieuwe noden

Het verkennend straathoekwerk moet ons in staat stellen onze beroepspraktijken voortdurend aan te passen en te verbeteren om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de noden van straatbewoners. Het laat ons ook toe om een bevoorrechte gesprekspartner te zijn voor andere organisaties in de thuislozensector.

Enkele maanden geleden ontstonden er geruchten dat er door de covid-19 gezondheidscrisis  nieuwe daklozenpublieken waren. Als reactie hierop heeft DIOGENES, , van januari tot juni 2021, in het streven naar voortdurende verbetering, het dagproject opgericht, dat deel uitmaakt van het project 86400. Alhoewel verkennend straathoekwerk reeds deel uitmaakt van het dagelijks werk van de straathoekwerkers van DIOGENES, liet het dagproject ons toe dit te professionaliseren.

Beschrijving van het project

Het doel van het verkennend straathoekwerk is  nieuwe ontwikkelingen en veranderingen te ontdekken in daklozenpopulatie, de plaatsen waar zij komen en de problemen die hen raken. Daartoe trekken we erop uit om  dakloze personen en mensen die minder (of niet) geraakt worden door straathoekwerk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te ontmoeten. We verkennen ook plaatsen die zich aan de rand van de stad bevinden en de nieuwe leefruimten van straatbewoners, zoals parken en bossen, en plaatsen die minder bekend zijn of minder bezocht worden door straathoekwerkers.

Dit project stelt niet alleen in staat de kennis van DIOGENES te verfijnen en onze werkmethoden aan te passen, maar ook om de resultaten ervan te delen met de hele thuislozensector en aanverwante sectoren. Op die manier kunnen zij ook hun werking versterken en  meer straatbewoners  doeltreffender ondersteunen.

Werkmethodes

Tussen januari en juni 2021 werd de methode van het verkennend straathoekwerk steeds uitgediept en geconcretiseerd door het opstellen van flexibeler werkroosters, het realiseren van zogenaamde “vrije parcours” waarbij een waarnemersrol werd opgenomen  (in plaats van een begeleidende rol), het organiseren van duo's met andere actoren op het terrein, en het voeren van verkennende gesprekken met verschillende  organisaties. Dit moest ons in staat stellen  een beter inzicht te krijgen in de realiteit op het terrein, bepaalde doelgroepen, ontwikkelingen en problematieken  te ontdekken en andere projecten beter te leren kennen.

Onze 10 aanbevelingen (juni 2021)

 

1. Dakloze publieken geboren uit de Covid-19-crisis 

Tijdens de lockdown van maart 2020 hebben vele eerstelijnsdiensten hun deuren gesloten of hun dienstenaanbod verminderd. Sommige organisaties, zoals dagopvangen of diensten voor maaltijddistributie, hebben nieuwe mensen zien aankomen die hun levensonderhoud of gebruikelijke bron van inkomsten verloren hadden: zwartwerkers, arme werknemers, studenten, precaire monoparentale families, mensen zonder papieren… Eens de sociaal-economische activiteiten zich herstelden, zijn deze mensen opnieuw  geleidelijk aan uit de thuislozensector verdwenen.

→ Dit fenomeen van « verschijning-verdwijning » van personen vraagt om verder onderzoek opdat de mechanismen beter begrepen zouden worden en de thuislozensector in de toekomst op de beste manier mogelijk kan reageren. 

2. Grotere visibiliteit van sommige bevolkingen

De sanitaire crisis heeft bijgedragen aan de verhoogde zichtbaarheid van bepaalde categorieën daklozen, zoals bepaalde groepen NBMV (niet-begeleide minderjarige vreemdelingen), groepen zeer jonge meisjes in de prostitutie, straatbewoners die in parken en bossen en andere semi-openbare ruimten wonen, dakloze gezinnen in noodopvangcentra en hotels, enz.

→ De toegenomen zichtbaarheid van deze mensen heeft op verschillende niveaus tot veel bezorgdheid en vragen geleid. Het laat de verschillende uitdagingen zien die moeten worden aangepakt : aanpassing van de arbeidscultuur aan de realiteit van het straatleven, aanpassing van de institutionele systemen aan de noden en verlangens van de straatbewoners, onderlinge afstemming van het hulpbeleid tussen de verschillende machtsniveaus, ontkokering van de sectoren, evolutie van het beleid (asiel, gezondheidszorg, hulp aan rechtzoekenden, huisvesting…), opleiding, ontwikkeling van interculturele bemiddeling...

3. Verslechtering van de lichamelijke en geestelijke gezondheid

De door de covid-19 crisis veroorzaakte moeilijkheden om toegang te krijgen tot bepaalde diensten hebben geleid tot  een sterke verslechtering van de lichamelijke en geestelijke gezondheid van een deel van de daklozenpopulatie als gevolg van het uitstellen van de zorg. Dit is op straat waargenomen, maar ook in gevangenissen: omdat gevangene niet in aanmerking zijn gekomen voor penitentiair verlof om zich voor te bereiden op hun definitieve vrijlating, zullen een aantal toekomstige ex-gedetineerden waarschijnlijk in de nabije toekomst de rangen van de straatbewoners daklozen aanvullen.

→ Er moet zeker aandacht worden besteed aan de behoeften van deze toekomstige ex-gedetineerden.

4. Digitale kloof

De ontwikkeling van geautomatiseerde procedures voor de indiening van bijstandsaanvragen creëert een digitale kloof die bijdraagt tot de versterking van de sociale uitsluiting van een deel van de bevolking. Deze digitalisering leidt de facto tot een verlies van autonomie en een grotere afhankelijkheid van de sociale sector voor sommige mensen.

→ De zorgsector moet rekening houden met deze ontwikkeling die waarschijnlijk rap zal versnellen. De sector zal reactief en creatief moeten zijn om te voorkomen dat de kloof tussen de straat en de rest van de samenleving groter wordt.

5. Parken en bossen als nieuwe plaatsen om te verkennen

De verkenning in parken en bossen heeft ons in staat gesteld  professionals te ontmoeten die regelmatig in contact komen met straatbewoners, maar die niet over de tools beschikken om hen te kunnen oriënteren. Bij deze professionals is er een reële vraag naar vorming en informatie om deze personen zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen.

→ Het is zinvol om bewustmakings- en vormingsprogramma's en -instrumenten te ontwikkelen voor niet-gespecialiseerde professionals die tijdens hun werk dagelijks in contact komen met straatbewoners: bewakers, schoonmaakpersoneel, MIVB-personeel, parkwachters, winkeliers, EHBO-ers, enz.

6. Verplaatsing van straatbewoners

De aanpassing van de sector aan de sanitaire crisis alsook de maatregelen van de regering (avondklok, verbod op alcohol in publieke ruimten, verbod op samenscholing…) hebben geleid tot verplaatsing van straatbewoners zowel binnen de hulpsector als geografisch. Sommige van deze verplaatsingen riskeren bij de betrokken personen  nieuwe gewoonten en ankerpunten te creëren.

→ Deze ontwikkelingen dienen in het oog gehouden te worden. Het dienstenaanbod en de partnerschappen moeten dienovereenkomstig aangepast worden.

7. Begeleiding van specifieke bevolkingen

De verkennende aanpak maakt het mogelijk de steun van bepaalde groepen van op een afstand te volgen, zonder er rechtstreeks bij betrokken te zijn. Dit maakt een meer objectieve beoordeling mogelijk van de manier waarop een publiek wordt ondersteund, en maakt het gemakkelijker om eventuele gebreken in de hulpverlening op te sporen. Zo hebben we bijvoorbeeld een gebrek aan coördinatie op het terrein vastgesteld bij de follow-up van een bepaalde NBMV-groep (hier ons artikel over de ervaringsuitwisseling rond dit onderwerp).

→ Er moet verder worden gewerkt aan het creëren van banden, instrumenten en methoden voor intra- en intersectoraal overleg en coördinatie op het terrein rond specifieke doelgroepen.

8. Samenwerking tussen dag- en nachtdiensten 

De straatbewoners die de nachtdiensten ontmoeten, worden niet altijd begeleid door de dagteams. Door hun specifieke uurroosters hebben deze terreinactoren niet voldoende contact met elkaar. 

→ Het verkennend straathoekwerk wijst op de noodzaak van een betere samenwerking tussen nacht- en dagdiensten om te zorgen voor een doeltreffendere follow-up van de betrokken straatbewoners.

9. Werken in gemengde teams

Het werken in gemengde teams uit verschillende hulpdiensten is naar onze mening een goede praktijk die in de thuislozensector meer verspreid zou moeten worden.

10. Evaluatie van nieuw aanbod

In direct of indirect verband met de gezondheidscrisis zijn bepaalde projecten en instellingen in het leven geroepen: UITWEG, Combo, hotelsystemen, quarantainecentra, enz. Sommige daarvan zijn reeds met  hun activiteiten gestopt, of zullen dit bijna doen, terwijl andere hun activiteiten gewoon verderzetten. Deze nieuwe projecten en hun effecten zullen moeten worden geëvalueerd om enerzijds te peilen naar hun toegevoegde waarde, en anderzijds te bepalen welke voorwaarden nodig zijn om hun duurzaam bestaan te garanderen.

Gezien de signaalfunctie die DIOGENES binnen de Brusselse thuislozensector wil vervullen, en om elke straatbewoner kwaliteitsvolle hulp te kunnen blijven bieden, vinden wij uiteraard dat het verkennend straathoekwerk moet worden voortgezet. Laten we verkennen wat we niet kennen en ons flexibel opstellen ten opzichte van de noden van de personen met wie we werken.